De loodjes van Jan Splinter
Hier, aan de rand van de stad bij de oude Regulierspoort (die we nu kennen als de Munttoren), werd vroeger gecontroleerd of het aangevoerde water wel schoon was.
Speciaal aangestelde waterproevers proefden het water. Maar als je kon aantonen dat je water van ver genoeg buiten de stad kwam — en dus schoon was — hoefde het niet geproefd te worden. Dat kon je bewijzen met een speciaal loodje. Dit loodje kreeg je als je met je waterschuit het huis van Jan Splinter in Abcoude passeerde. Eenmaal hier in Amsterdam leverde je het loodje weer in bij de Regulierspoort. We weten het niet helemaal zeker, maar we denken dat Jan per loodje betaald kreeg. Als het een strenge winter was voeren er geen waterschuiten langs waar hij loodjes aan uit kon delen en had hij waarschijnlijk ook geen inkomsten. Mogelijk is dit de oorsprong van het spreekwoord "En zo komt Jan Splinter door de winter".